Job kan heel harde boeren laten. Noem het een talent.
En omdat je talent van je kind tot bloei moet laten komen als moeder, heb ik zijn boeren altijd de hemel in geprezen.
Daar was ook een praktische reden voor: ‘Job slikt veel lucht mee’, stond al in de dagboeken die de verpleegkundigen op de afdeling neonatologie bijhielden. Baby Job was niet zo goed in het scheiden van lucht en melk, slikte gewoon alles door.
Die lucht moest er dan weer uit vanwege een te volle buik. Toen hij nog werd bijgevoed met een sonde, ging dat heel simpel: je zette een plastic spuitje op het einde van de sondeslang en zoog de lucht uit de maag omhoog. Net zolang tot er melk meekwam, dan wist je dat je alle lucht gehad had. Het restje melk spoot je weer terug. Dop op de slang en klaar.
Godzijdank was het slangetje in zijn neus maar tijdelijk. Daarna moest Job het zelf doen. Dat ging best aardig. ‘Doe maar een boertje’, was een van mijn mantra’s tijdens de ellenlange drinksessies.
Toen Job ging praten, leerden we hem manieren. Al jaren zegt hij ‘pardon, een boertje’ na elke burp. Vind ik afdoende. Maar laatst zat ik op een vol terras met Job. Hij dronk chocomel met om de paar slokken een boer. Niet dat er iemand iets van zei, maar opeens zag ik mezelf zitten tegenover een grote jongen in een rolstoel die ongegeneerd van zich af boerde.
Sindsdien zit ik met een dilemma. Vind ik ‘pardon, een boertje’ nog steeds afdoende? ‘Boertje’ is vaak een understatement. Als Job straks zestien is, hoeveel volume hebben die boeren dan? Ik zou niet willen dat cafégasten vijf tafels verderop gaan zitten vanwege zijn gedrag. De ‘andere mensen’ zijn nou juist wat Job leuk vindt aan het terras.
Binnensmonds boertjes laten kan ik hem niet leren, want Jobs mond kan niet dicht. Ze waaien er zo uit. Niet boeren is ook geen optie, want die lucht moet uit zijn buik. Misschien moeten we verhuizen naar China, daar is boeren net zo normaal als fietsen – als mijn informatie klopt.
Ik zit er maar mooi mee.
One thought on “Column: Pardon”
Reageren is niet (meer) mogelijk.
Hallo Annemarie,
Ik lees altijd met veel bewondering je columns. Daarom kan ik me ook herinneren dat je een keer naar een pretpark bent geweest en uiteindelijk gewoon lekker gebruik hebt gemaakt van het feit dat Job anders is en in een rolstoel zit. Moet je deze keer ook maar doen, denk ik. Noem het maar een keer een voordeel dat je kunt zien dat Job anders is, dan hoef je je ook niet te verontschuldigen voor een boer die voor hem gewoon noodzakelijk is. Met alle nadelen die eraan verbonden zijn hoef je je dan over een gewone menselijke functie die “de maatschappij” niet kan waarderen niet druk te maken. Een wedstrijdje doen wie het hardste kan is misschien iets teveel van het goede. Nog een idee: bij het laten van een boertje heb ik van huis uit meegekregen “pardon, ik wou dat ik het harder kon”….