Het slot van de krantenserie, verschenen in De Gelderlander op 26 juni 2010:
‘Heeft u het idee dat hij goed ziet?’ Zo luidde de openingszin van de allereerste column Job die op 12 december 2004 in De Gelderlander verscheen. Ik deed verslag van het zoveelste bezoek aan het ziekenhuis. Een oogarts had in de ogen van mijn kind gekeken en ontdekte behalve diepblauwe irissen ook zenuwen in een verdachte grijstint. Dat kon duiden op een slechte doorbloeding en dus weinig zicht.
Job was tien maanden oud. Een baby vol mysteries. Geen arts kon voorspellen hoe zijn ontwikkeling zou verlopen. Praten? Onzeker. Lopen? Misschien. De eerste operaties hadden we achter de rug. Lies, buik, schedel. Hoeveel zouden er volgen?
Verontrustende vragen als die van de oogarts konden me volledig uit het lood slaan.
Toen begon de column Job. De onzekerheid over mijn zoon boetseren tot een geschreven tekst, had op mij een geruststellend effect. Niet omdat het probleem ‘gehandicapt kind’ er minder groot van werd, wel omdat het leidde tot iets moois. Er kwamen zinnen op papier die betekenis hadden en – zo bleek later – gewaardeerd werden door lezers. Ik schreef vaak ’s nachts als de zorgen me uit mijn slaap hielden. Ik schreef met tranen waardoor ik de tikfouten pas de volgende ochtend zag. Ik schreef als ik boos was. Ik schreef als ik gefrustreerd, blij, verontwaardigd, uitgeput of gelukkig was. Ik schreef in het ziekenhuis, op huwelijksreis en te midden van verhuisdozen. Denken in columns werd een tweede natuur. Op de redactie kwamen kerstkaarten voor Job en mails met tips van lezers. Soms werden we herkend op straat. ‘Is dat nou Job?’ Trots stond ik dan achter de rolstoel van de held. ‘Geef maar een handje, Job.’
De ogen van mijn zoon bleken godzijdank goed. Lopen zat er niet in. Woorden kwamen wel. Job ontwikkelde zich tot een prachtig authentiek karakter. Een kind dat met zijn puurheid mensen ontroert en aan het denken zet. Helaas is zijn gezondheid nog steeds broos. De zorgen blijven.
Na de zomer gaat hij naar een nieuwe klas. Volgens de kalender is hij dan geen kleuter meer. Een goed moment om een punt te zetten achter de serie Job in de krant.
Vanaf deze eervolle plek bedank ik iedereen die via De Gelderlander met mijn gezin meeleefde. En ik bedank mijn zoon, die me elke dag opnieuw inspireert.
Mijn liefde voor hem laat zich in geen duizend columns beschrijven.
Dag Job, mama en papa
wat fijn dat we hier mogen blijven meelezen hoe het met je gaat en zal gaan……
Veel plezier in je nieuwe klas!