We rennen in één rechte lijn naar de groene deur. Want hierachter zit ‘ie, dat weten we. Job heeft ook al ervaring dus die begint meteen te roepen. ‘Patrick, kom maar hier.’ Maar de deur blijft dicht. Geen roze zeester. Ik zeg dat ik zeker weet dat Patrick (en SpongeBob, maar die is lucht voor Job) zo zal verschijnen en blijf met Job in de rolstoel pontificaal voor de deur staan – noem het stalken.
Tot mijn man wijst naar een praalwagen in de verte waarop Patrick met zijn gracieuze lijf staat te swingen. In paniek kijken we elkaar aan – ‘we staan verkeerd!’ – en zetten het weer op een lopen. Als we aankomen heeft zich al een kring kinderen gevormd om de plek in Movie Park Germany waar Nickelodeon antiheld Patrick (met SpongeBob en Dora en Diego) zo van de wagen zal stappen om een dansact te doen. ‘Op mijn nek’, gebaart de vader van Job en hij bukt om onze slappe zoon van negen op zijn schouders te hijsen. Samen zijn ze nu tweeënhalve meter hoog. Ik strek een arm uit en duw met mijn hand tegen de rug van Job in zijn korset, bij wijze van contragewicht. Mijn vrije hand gebruik ik om af en toe met een slab over het hoofd van mijn man te vegen als zich daar een plasje kwijl van Job heeft gevormd. Elegant oogt het allemaal niet, maar Job ziet Patrick en daar gaat het vandaag om. Gelukkig snapt de zeester dat ook en na zijn roze pirouettes geeft hij Job een knuffel om vervolgens achter de groene deur te verdwijnen.
Wat nu? Pas over meer dan een uur is het ‘fotomoment’ ofwel in de rij staan met opgewonden kinderen om te mogen poseren met de onderwatervrienden van de televisie. De attracties in het pretpark zijn niet aan ons besteed. Job mag niet in de waterbaan en de zweefmolen omdat hij niet zelf kan staan. Voor de vliegende hondjes en de suffe autootjes is hij te groot. Hem maakt het niet uit. We gaan twee keer naar de 4D-bioscoop en zorgen dat we op tijd weer voor de groene deur staan, de topattractie van ons dagje uit. Dit keer hebben we het wel goed.
Job roept ‘Sesam open u’ en ‘kom maar bij Job, Patrick’ en jawel, de deur gaat open. Job fladdert met zijn armen. Patrick vouwt zijn tentakels om de rolstoel en duwt ons kind voort door het park. Opeens is Job de held. Hij is de vriend van een superster. Kijk nou, roepen kinderen tegen hun moeders als de zeester langs paradeert met een stralend jongetje in een rolstoel. Ik maak 43 foto’s en Patrick neemt zijn positie in op de plek waar hij moet poseren met de wachtende kinderen. Als wij aan de beurt zijn, geeft Job de tv-ster een kushandje. ‘Wat wilde je nou tegen Patrick zeggen?’ vraag ik hem. ‘Patrick, ik vind je lief’, fluistert Job verlegen in mijn oor. Omdat de zeester van Duitse afkomst is, vertaal ik het even voor hem. ‘Patrick, Ich liebe Dich.’ Grote woorden en een beetje kort door de vertaalbocht, maar de boodschap is duidelijk.
wat heerlijk dat Patrick geen :Bassie: neigingen heeft !