‘Hup, Holland, hup.’ Het is the day after en we zitten aan het ontbijt. Job zingt. Alsof er niks is gebeurd. Nog gewoon blij met het WK.
Omdat Job zingt, zing ik mee. ‘Hup, Holland, hup.’
Voor mijn zoon heeft Nederland de finale nooit verloren. Ik bracht hem naar bed in de rust. 0-0. Er hing spanning in de lucht en de straat was oranje.
Toen het buurjongetje van zes na het laatste fluitsignaal hartstochtelijk begon te huilen, was Job al in diepe slaap.
Hij zou het niet begrepen hebben, een verloren WK-finale. Maar hij zou de teleurstelling van de anderen om hem heen wel gevoeld hebben. Een stemming die plotseling omslaat, krijgt hij mee.
Voor Job is voetbal een feestje. Televisie kijken op de bank met papa, juichen voor een goal en veel klappen. Hij vroeg er spontaan om, de laatste weken. ‘Mag Jowwe voetbal kijken?’ Hij zag zwarte, witte, grote, kleine, boze en lieve mannen over het scherm rennen. Gonsde het stadion, dan fladderde Job met zijn armen uit enthousiasme. Hij liet zich door zijn vader in oranje shirtjes hijsen, reed rond met een elftal Beesies aan zijn rolstoel en leerde een nieuwe zin van Frank Snoeks: ‘wat een goal!’
Tijdens de finale citeerde Job de voetbalcommentator als het maar even spannend werd. Zijn associatie: springt er iemand uit zijn stoel, dan roep je ‘wat een goal’. Echte doelpunten zag hij die laatste wedstrijd helaas niet vallen. Was dat wel zo geweest, dan had hij ze meerdere keren beleefd. 2-0. 3-0. 4-0. Het principe ‘herhaling’ begrijpt hij niet.
De strijd tegen Spanje keken we buiten op straat. Met veel buren en kinderen. Job lag op een matras in het midden van de kring. Recht voor de grote tv. Een oranje vuvuzela binnen handbereik. Een mooiere avond hadden we hem niet kunnen geven.
De cd met WK-liedjes die papa voor hem had gedownload zit nog steeds in de cd-speler. Ook bijna een week later staan we op met Viva Hollandia. Voor Job zijn het bekende nummers die hij makkelijk meezingt.
Zijn vader heeft hij er onbedoeld mee geholpen. Job verdreef de WK-kater met zijn blije voetballiedjes. Misschien nemen we hem binnenkort mee op een rondvaart door Amsterdam.
De volgende column wordt gepubliceerd op zaterdag 31 juli.
Mooi verhaal en weer blijkt: Job is niet alleen lief, maar ook heel wijs Onze held is oprecht en zuiver in zijn beleving en eigenlijk in alles wat hij doet, zo begrijp ik uit je vele columns. Job leert ons dat je best altijd wat aardiger tegen elkaar kunt blijven, ongeacht of je team nu wint of niet. Viva Job. PS: Die rondvaart heeft hij wel verdiend!