De sportman wint acht gouden plakken en één zilveren. Maar tevreden is hij niet. Want hij mist een kleur. En dus probeert hij ter plekke een gouden medaille te ruilen met iemand die brons won.
Nog eentje: twee broers lopen beiden hard. Zodra de eerste de finish over is, maakt hij rechtsomkeert. Haalt zijn loopmaatje op en samen gaan ze nogmaals over de eindstreep.
Bij de Special Olympics hoef je niet per se te winnen voor een succesverhaal. Je best doen is belangrijk, de snelste zijn bijzaak. Vorig jaar waren de World Games in Los Angeles (6500 atleten uit 177 landen), onder aanmoediging van Michelle Obama en Oprah Winfrey. Dit jaar zijn de nationale spelen in en om Nijmegen.
Ik loop een rondje door Heumensoord. Hier strijken morgen tweeduizend sporters met een verstandelijke beperking neer. De sfeer is nogal anders dan toen de asielzoekers hier wachtten op een toekomst die maar niet begon. Alleen de banner boven de toegangsweg al: ‘Veel plezier!’ Die hing er toen niet.
De burgemeester van dit olympische dorp is er al. Ze heet Zara de Jongh, is 29 en speelt G-hockey. Nieuwsgierig inspecteert ze de tenten. Een adjudant van de landmacht leidt haar rond, want ná de Special Olympics nemen militairen kamp Heumensoord weer over voor Vierdaagse-lopende troepen. Zara vraagt of de jongens en de meisjes gemengd slapen (liever niet) en of er behalve koud ook warm water is (gelukkig wel). Ze knikt tevreden, de ambtsketen om haar nek.
Zoals een goede burgemeester het betaamt, is ze gastvrij. Geen probleem dat er ook achthonderd begeleiders in de tenten komen logeren. Gezellig dat Introdans meedanst tijdens de opening in de Goffert. Frans Bauer mag best komen zingen. Waar de sportvrouw zelf het meest naar uitkijkt? ‘Het feest zaterdagavond. Dat is het belangrijkst.’ Let the games begin.