Mocht u denken dat deze column bij ons thuis op de deurmat valt als een stukje voltooid verleden tijd in het leven van Rob, Job en Annemarie: zo is het niet. Wat ik hier schrijf over ons gezin leidt niet zelden tot discussie achteraf aan de ontbijttafel en soms zelfs nieuwe inzichten.
Vorige week zag ik mijn eigen man hoofdschuddend de krant lezen over hoe wij, de ouders van Job, nieuwkomers buitensluiten. Ik legde een link met haatzaaiende politici. De nieuwkomer waar het in mijn column om draaide was de nieuwe knuffelhond, grote Duke, die onze zoon voor zijn verjaardag had gekregen. Wij moesten hem niet. Want de overdreven aandacht die Job hem gaf ging ten koste van het oude knuffeltje, kleine Duke. Vonden wij zielig. Rob las dus hoe ik had geschreven dat wij grote Duke geen plek gunden in ons gezin, maar hem wegstopten in het wasmachinehok. En hoe we Jobs liefdevolle vragen ‘waar is grote Duke’ ontweken en het oude hondje ophemelden. Omdat Job met zijn rolstoel nooit in het wasmachinehok komt, kon hij niet zien hoe gemeen onze ‘kleine Duke eerst’-strategie was. Dat zijn nieuwe vriend daar lag te verpieteren. Ons kind slikte simpelweg de alternatieve waarheid die wij hem voorschotelden.
Zo wil ik niet zijn, besloot Rob toen hij de column had uitgelezen en hij beende naar het wasmachinehok. Met grote Duke onder zijn arm kwam hij terug. Beide hondjes legde hij naast elkaar op de bank. Aan Job legde hij geduldig uit dat de twee knuffels vannacht samen hadden geslapen. Er was plek genoeg voor hen allebei. Vanaf nu waren ze broertjes, die graag evenveel aandacht kregen. Job – de schat – ging direct mee in dat verhaal. Hij sloot ze allebei stevig in zijn armen.
Ik was trots. Tegelijkertijd vind ik het doodeng om te merken hoe makkelijk een kind zich laat beïnvloeden.