‘Schrijf eens over mij, dat de taxi elke dag precies op tijd voor de deur staat.’ De taxichauffeur knipoogt erbij, maar hij heeft natuurlijk gelijk. Sinds de eerste dag dat hij Job naar school brengt – dat was in september – draait hij de bus om exact acht uur achterwaarts onze straat in. De enige die nog wel eens voor vertraging wil zorgen, ben ik. Soms verlies ik me in de krant. Of ik vergeet dat het kind zijn zwemtas moet meenemen.
Pas recent kwam de taxichauffeur erachter dat Job behalve het knaapje in de oranje rolstoel, een krantenpersonage is. En nu weet ik dus dat hij meeleest. Dankzij mensen die hun werk serieus nemen en meedenken, gebeurt er de laatste tijd veel goeds in Jobs leven. Zo zag de ergotherapeut van zijn vorige school dat er een nieuw hulpmiddel bestond: een kussen gevuld met piepschuimbolletjes dat je vacuüm kunt zuigen zodat de houding van het kind erin blijft staan. Ideaal voor in bad, in de auto of zelfs in het vliegtuig. Naarmate Job groeit, krijgt zijn bochel steeds meer weg van een drakenkam. Tegen een normale ruglening kan hij niet meer zitten. In de auto valt hij regelmatig tegen mijn schouder in een scherpe bocht. Ik kan natuurlijk opschrijven dat er meer dan een jaar zat tussen het moment van aanvraag en de levering van het kussen (bureaucratie!), maar ik kan ook benadrukken dat het een geweldig idee was van de ergotherapeut.
De fysiotherapeut op zijn nieuwe school zette Job zomaar weer eens op een driewieler. Ons inactieve kind pedaalt nu door alle gangen. Weer zo iemand die hem het juiste zetje geeft. Zo kun je het dus ook bekijken. Job moet soms hoge drempels nemen, maar er staat een legertje prachtige mensen klaar om hem eroverheen te helpen. En dat begint met de taxichauffeur – hoi chauffeur!