Koning Job ligt op zijn royale tweepersoons zonnebed. Luifeltje erboven voor schaduw, lakeien (lees: zijn ouders) in de buurt om hem naar wens te voorzien van drankjes en zonnebrandcrème. Parelen er zweetdruppels op het majesteitelijke voorhoofd, dan draagt zijn gedienstige hofhouding hem zorgzaam naar het zwembad voor verkoeling.
Máánden vroeg hij elke ochtend wanneer hij naar zijn Spaanse zomerresidentie werd gevlogen. Zijne Majesteit was aan vakantie toe.
En nu, eenmaal ter plaatse aan de Middellandse Zee, waar de dagen nog meer in het teken staan van het gerief van de vorst, stelt Job de vraag die alleen een koning uit zijn mond krijgt: “Gaan we weer naar huis?”
Ontsteld laten we ons gelijktijdig achterover in het koude water vallen. Sissend gaan we ten onder. Verbijsterd klauteren we weer op de kant, plooien ons gezicht naar een begrijpende glimlach en antwoorden met Oscarwaardige onderdanigheid: “En wat zou u thuis graag willen dóen, hoogheid?”
Job kijkt niet op van zijn iPad. Hij mompelt iets wat alleen de hofhouding kan verstaan. Filmpjes kijken wil de koning. “Op YouTube.”
De lakeien halen opgelucht adem. De spoedtaxi naar het vliegveld kan worden afgebeld. Gelukkig kennen ze deze koning. Zijn ‘onmiddellijk-naar-huis’-wens stoelt niet op heimwee of op ontevredenheid over locatie of bediening. Nee, het stoort ons verwende sujet op zijn ligbed dat hij ‘slechts’ Angry Birds kan spelen daar aan de rand van het zwembad. Hij heeft vastgesteld dat er enkel twintig verschillende versies van zijn favoriete spel door zijn helpers zijn geïnstalleerd op zijn tablet. De koning blieft YouTube. Of beter, hij blieft online vermaak. En online is thuis, dus inpakken die handel.
“Binnen, in uw zomerverblijf, is ook wifi”, stellen wij hem gerust. Zijn gezicht klaart meteen op. Het onze ook.
Soms is Job net een echt kind.