Job (16) heeft nog nooit zo goed gegeten als tijdens onze noodgedwongen thuisisolatie. Elke avond gaat het bord leeg. En het bijzondere is dat hij de meeste happen zelf in zijn mond stopt. Mijn zoon en ik vormen aan tafel tegenwoordig een soort dj-duo: ik zorg dat de plaat (het bord) blijft draaien, hij scratcht op de plek waar de lp artistiek moet haperen.
Job heeft de gewoonte niet naar zijn prak te kijken als hij eet, dus als ik stop met draaien, blijft hij met zijn lepel schrapen over dezelfde (lege) plek. Ik heb overwogen een oude pick-up aan te schaffen om het bord af te spelen, maar vrees de snelheid van de automatische rotatie.
Na negen weken zijn Job en ik uitstekend op elkaar ingespeeld. Ik draai op het ritme van zijn slikgeluiden. Het getik van zijn lepel tegen het porselein en de plastic opzetrand bepaalt het tempo. Met mijn vrije hand kan ik krantenpagina’s omslaan, dat klinkt of mijn zoon met drumbrushes over zijn bord veegt. Als ik een eet-lied aanhef om hem aan te moedigen, gooit hij er een ‘yeah’ of een ‘hmm’ tussendoor.
Waar ik vroeger vaak opzag tegen het warse eetgedoe, werken we nu harmonieus samen. Dat komt door deze quarantaine: de meeste haast is uit ons dagritme verdwenen. En Job heeft daar baat bij.
Niet alleen eet hij beter, hij slaapt ook rustiger. Met als gevolg dat hij overdag alerter is.
Het geeft te denken over hoe we Jobs leven pre-corona hadden ingericht. School, taxi, paardrijden, zwemmen. Hup hup hup, altijd maar opschieten en doorgaan. We vroegen veel van hem en twijfelen nu of we zijn lage energieniveau wel voldoende serieus hebben genomen.
Maar ergens in de toekomst wacht toch weer het oude bestaan. We hebben nog even om te bedenken hoe we dat gaan inrichten.