Job (16) ligt op het sofa-eiland, zijn hangplek in het hart van onze woonkamer. Een zelfgemaakte hocker (met speelgoed onderin) staat in de oksel van de hoekbank, waardoor een loungehoek van formaat ontstaat.
Goed, daar ligt die lange slungel dus. Zwijgend op zijn zij, met zijn rug demonstratief naar alle boekjes en knuffels gedraaid.
Aha, weten wij huisgenoten dan, Job is boos.
“Waarom ben je boos”, vraagt zijn vader.
“Omdat papa niet voorlezen.”
Correct, Rob had gezegd dat hij even niet meer ging voorlezen. Job moest zich na twee verhaaltjes zelf vermaken met een plaatjesboek. Niet dus.
Het resultaat is dit humeurige protest. Job is geenszins bereid zich te verlagen tot het bekijken van zijn eigen lectuur.
Na een paar minuten klinkt zacht gesnurk vanaf de bank: Job heeft zichzelf in slaap gemokt.
Het is een jaloersmakend talent dat hij als kleine jongen al demonstreerde. Wilde ons kind niet eten, dan deed hij op een gegeven moment zijn ogen dicht en schakelde zichzelf gewoon uit. Daar zit je dan als moeder met een lepel dampende spinazie tegenover hem. Ik zette hem ook eens voor straf in zijn rolstoel op de gang. Meneer merkte het niet eens toen ik hem na een tijdje weer kwam ophalen; hij sliep.
Ik ken geen vrediger verzet dan Jobs protestslaap. Soms wou ik dat ik het zelf durfde toe te passen. Conflict op het werk? Ogen dicht en even achter het bureau een uiltje knappen. Dromen van glooiende heuvels en huppelende konijntjes. Na het slaapje herinnert niemand zich de reden van de woede.
Nu we toch bezig zijn. Stel je voor, een Malieveld vol snurkende actievoerders. Protestvlaggen en spandoeken gebruiken ze als dekentje. Na afloop gaat iedereen uitgerust naar huis. Slechts één vraag rest: waarom waren we eigenlijk boos?
One thought on “Column: Protestslaap”
Reageren is niet (meer) mogelijk.
Leuk ! ((-:: (Kan de emoticons niet vinden nu.)