Precies één dag was alles perfect. Vanuit de panoramasauna staarde ik over het meer. Ik zag meerkoeten zwemmen, de glinstering van de zon op het water. Job was naar school en ik gunde mezelf een vrije dag in dit megalomane wellness-oord. Voor het eerst omarmde ik corona: dankzij de strenge regels mocht slechts een beperkt aantal gasten naar binnen. In mijn paradijs was het daardoor weldadig rustig. Ik las ongestoord een boek en weet nog dat ik dacht: ‘o ja zo was het’. Kind naar school, even tijd voor mezelf…
Toen kwam de volgende dag. Binnen een uur kreeg ik twee telefoontjes. De eerste was van Jobs begeleidster. Een vriendin van haar vriendin had corona. Zou ze wel komen werken? Rob en ik vonden dat ze beter thuis kon blijven. Ik zou Job opvangen na school en zij deed een test. Pas als de uitslag over een paar dagen binnen was, kon ze de zorg voor Job weer overnemen.
Het tweede belletje volgde direct. Jobs juf meldde dat een klasgenoot verkouden was, volgens protocol moesten alle kinderen per direct worden opgehaald. Ze moesten minstens twee dagen thuisblijven tot de jongen, die nog dezelfde middag werd getest, wist of hij corona had.
Rob sprong op de fiets en bracht ons kind thuis. Daar zaten we dan weer, vertrouwd op de bank zonder oppas en zonder school. Geruisloos gleden we terug in lockdown-modus.
Het ging zo snel dat ik nauwelijks tijd had te bedenken wat ik hier allemaal van vond. Was het overtrokken? Als elk kind met een snotneus leidde tot klassikaal huisarrest, wat voor najaar wachtte ons dan? Maar stel dat bleek dat er inderdaad corona rondwaarde, dan waren we dankbaar voor alle maatregelen.
Ik dacht terug aan mijn zorgeloze uren in de sauna. Dit was het enige wat ik zeker wist: als een perfecte dag zich aandient, pak hem dan.