Het regende berichtjes woensdag. ‘Hebben jullie ’m al?’ ‘Wij hebben ’m!’ Veelal werd een foto van DE brief meegestuurd. Het ging hier om een uitnodiging voor een prik in de arm. Maar het enthousiasme daarvoor in onze bubbel van bezorgde ouders was ongekend, alsof we allemaal waren geselecteerd voor een exclusieve reis.
Gelukkig hadden wij ’m ook, dat gewilde ticket naar perspectief. In DE brief staat dat iedereen die hier thuis als zorgverlener met Job werkt (ouders ook), zich kan laten vaccineren. Zo bouwen we een muurtje van antistoffen om ons gehandicapte kind heen. Zo kunnen we hem beschermen tegen het coronavirus dat al zo veel dood en verderf heeft gezaaid. Zo durven we de deur naar de buitenwereld straks weer op een kier te zetten.
Het blijft een domper dat Job zelf geen vaccin krijgt. In Nederland komen alleen mensen vanaf 18 jaar daarvoor in aanmerking. En dat terwijl het Pfizer-vaccin is goedgekeurd voor kinderen vanaf 16 jaar. In het Verenigd Koninkrijk en in Finland krijgen jongeren met een fragiele gezondheid wél een inenting. En de universiteit van Oxford kijkt momenteel of AstraZeneca eveneens geschikt is voor kinderen. De vraag is wat eerder komt: Jobs 18e verjaardag (over 11 maanden) of het bericht dat het Nederlandse prikbeleid wordt verruimd.
Gezien zijn broze longen zullen we nog heel lang bijzonder voorzichtig moeten zijn met Job. Het is nog niet bekend in hoeverre je het virus kunt overdragen als je zelf bent ingeënt met AstraZeneca. Maar toch, DE brief is fantastisch nieuws. Hier in huis wordt gejuicht. We gaan ons voortaan als een familie olifanten gedragen. Job, het kwetsbare kleintje, loopt in het midden. De gevaccineerde volwassenen cirkelen waakzaam aan de buitenkant. De coronaleeuwen krijgen hem niet te pakken.