Job moet Sinterklaas zijn. Opeens zien we het allebei heel helder. Waarom hesen we Job eerdere jaren in een maillot met gymschoenen? Alsof hij ook maar enige overeenkomst vertoont met een Zwarte Piet. Alsof hij lenig, acrobatisch en brutaal zou zijn. Laat staan zwart met dikke lippen. Job is een Sinterklaas. Hij zit graag rustig in een stoel, heeft bladeren in grote boeken tot zijn tweede natuur gemaakt en wuift als de beste.
Dit jaar maken we hem bij de intocht – we mogen altijd mee op de pakjesboot – tot oude man. ‘We trekken hem zijn korset niet aan’, zegt mijn man. Uitstekend idee. Zonder korset lijkt Job een honderdjarige, kromgegroeid door de tijd. Met een rode mantel over zijn schouders zal de gelijkenis verbluffend zijn.
De vader van Job gaat direct de stad in voor een tabbert. Thuis denk ik na over de baard. Job kwijlt nogal en een sliert natte witte haren onderaan zijn kin lijkt me vies. Misschien kan oma een baardslabber naaien. Anders moet er een emmer mee.
Als de mantelmissie van mijn man geslaagd is, begint hij aan de staf. Hij trekt de steel uit onze zwabber en buigt van een aluminium strip die bedoeld was om de laminaatvloer mee af te werken een sierlijk gebogen kop. Jobs vader paradeert met zijn creatie door de gang. ‘Zoiets?’
Niet van echt te onderscheiden. Helemaal niet na een glanzende goudlaag uit een spuitbus.
In de huiskamer luistert Job intussen naar een december-cd. Hij vindt het prettig als er voor hem gezongen wordt. Kan ook goed instemmend meeknikken op de muziek en er serieus bij kijken. Een echte Sinterklaas.
Nu alleen nog een wit paard.
2 thoughts on “Column: Sinterklaas”
Reageren is niet (meer) mogelijk.
Met jullie ceativiteit en enthousiasme moet die mooie rolstoel om te bouwen zijn in een Amerigo!
fijn weekend!
karen
Geweldig! Uniek!