Column: Feesthoedje

‘Ach, is dat nu woensdag!’, appte mijn beste vriendin toen ik haar uitnodigde om de eerste verjaardag van knuffelhond Duke te komen vieren. Natuurlijk kwam ze. Zij zou taart meenemen. De avond voor de grote dag zat ik aan de eettafel een feestmuts te knutselen.

Column: Staking

Meer tijd en geld voor het onderwijs. Die oproep kan ik alleen maar van harte onderschrijven. Job is ook enthousiast over de lerarenstaking, zij het om een andere reden: hij heeft graag een extra vrije dag. Vandaag is een goed moment voor een beetje reflectie. Hoe gaat het op zijn nieuwe (speciale) school?

Column: Duke

Duke kwam vorig jaar in ons leven als ordinaire knuffelhond, maar inmiddels vervult hij de belangrijke rol van vertaler binnen het gezin. Hij vertelt wat ons kind wil, wanneer en waarom het verdrietig is. Zelf heeft Job daar moeite mee. Voorbeeldje: ik zet mijn gehandicapte zoon voorin de auto. Plotseling vertrekt zijn gezicht van de pijn, maar ik heb niet gezien wat er is gebeurd. Job begint te jammeren en trekt wit weg. Wat heb ik gedaan?

Column: Bouwstress

‘Hoever is het met jullie huis?’ Ik weet niet hoe vaak me dat de afgelopen maanden gevraagd is. Frustrerend te moeten antwoorden: ‘We hebben alleen nog maar heipalen.’ Maar vragen vrienden en familie er niet naar, dan kun je zomaar denken: wat weinig medeleven. Het bezorgde me de nodige stress.

Column: Verdrinking

Bij elk bericht over kinderen die de afgelopen maanden verdronken in een rivier of zwembad, denk ik aan onze vakantie. Mijn zoon kan niet zwemmen, maar in het water is hij onverschrokken. Hij is zo overtuigd van zichzelf dat hij mij, terwijl ik zijn zwemband én reddingsboei ben, telkens van zich af duwt.

Column: Cameratoezicht

Voorjaar 2004. Job is een ernstig gehandicapte baby van drie maanden oud. Het woord ‘instelling’ valt. Zijn toestand is stabiel, dus hij mag het ziekenhuis verlaten. Maar wij, zijn ouders, zijn niet stabiel – met name ik ben nog ontregeld. Rob en ik gaan kijken bij het tehuis waar Job tijdelijk zou kunnen wonen. Daar wacht een nieuwe schok: geen toezicht ’s nachts.

Column: Eerste schooldag

Jobs eerste schooldag. Eerder dan afgesproken loop ik het klaslokaal binnen. Vier uitgezakte juffen hebben zich verschanst in een glazen ruimte. Zo kunnen ze de kinderen goed in de gaten houden, zeggen ze, maar niemand let op. Over de vloer kruipen leerlingen, sommige hangen op kapotte houten stoelen. Job ligt in een hoek op de grond, helemaal alleen.

Column: Vierdaagselopers

Waarom is Job zo populair bij Vierdaagselopers? Massaal stoppen ze bij het jongetje in de rolstoel, gaan door de knieën, graven in hun rugzak en halen een speldje, sticker of gladiool tevoorschijn. De vraag houdt me bezig. In het dagelijks leven stoppen wandelaars nooit voor Job, terwijl hij dan vaak ook applaudisseert. Op straat kijken mensen zelden naar ’m. Dat wil zeggen: ze dóen of ze niet kijken. Maar als het Vierdaagse is, komen ze recht op hem af.

Column: Biertje

Mijn vader was geen kroegtijger, maar had wel een ideaal: als zijn kinderen groot waren, wilde hij een biertje met ze kunnen drinken. Toen ik 18 was, nam hij me voor het eerst mee op motorvakantie. Overdag zat ik achterop en ’s avonds naast hem in de hotelbar. We hebben het nog vaak over onze reizen. Ik weet zeker dat die herinneringen tot zijn mooiste behoren.

Column: App

Mijn moeder zit op WhatsApp. Eerst niet, nu wel. Voorheen ging mijn vader over de nieuwsvoorziening van persbureau Haverkamp. Hij stuurde foto’s van het camperbusje, de bloeiende bloembakken en de ooievaars op de kerk – ze hebben jongen. ‘Ik wilde mezelf niet buitensluiten’, verklaart mama. Dus ging ze op cursus in het dorpshuis, gewapend met de tweedehands smartphone die ze van haar schoondochter had gekregen.