Column: Paralympics

Van de hele discussie begrijp ik niets. De Paralympics zijn simpelweg heerlijke televisie. Om te beginnen: alles is echt. De mensen, de tegenslagen, het ongeluk, het drama. En soms: de overwinning met bijbehorende euforie. Als ik inschakel, voel ik altijd eerst wat gêne. Omdat ik eigenlijk een voyeur ben. Ik kijk met een blik van ‘wat heeft die’? Zie een handbiker voorbij komen. Hoe zit het met dat been? Ik houd mijn hoofd schuin, kruip in de tv. O wacht, er is helemaal geen been.

Column: Brugklas

Dat dit soort momenten me overvalt, kan ik niet zeggen. In mijn hoofd zit een imaginaire levensagenda waarin de ‘mijlpalen’ al zijn gemarkeerd. Dit is er zo eentje: Job is twaalf, de zomervakantie zit erop en de middelbare school begint. Op weg naar mijn werk zie ik jongetjes van zijn leeftijd voorbij trappen: beginnende baard in de keel, zware rugzak, hoge fiets. Job zit er niet bij.

Column: Echte man

dodgevriendEen man zonder rijbewijs is geen echte man, lees ik in de krant van dinsdag. Geschrokken begin ik aan het artikel, want ik leef samen met een rijbewijsloze man. Waarom de man die geen staatsdiploma heeft om een blik van A naar B te verplaatsen net zo macho is als een gecastreerde kater, vermeldt het stuk echter niet. Behalve dat zoiets op internetfora zou worden gezegd.

Column: Fuerteventura (3)

Vakantie is een ingewikkeld ding. Toen we aankwamen op dit eiland, vonden we het kaal. Ons uitzicht was een dode rots aan een stille zee. Geen mensen, geen huizen. Mijn verrekijker lag verveeld op de balkontafel. Lopen naar het dorp Gran Tarajal was ver. Vijftien hele minuten. In de hitte van 34 hele graden. Ik verweet Rob dat hij het appartement te gehaast had geboekt.

Column: Fuerteventura (2)

Je zal maar miljardair zijn. Valt niet mee, leer ik van een vermakelijke serie op RTL Z. Wat moet je als je concurrent toch weer een groter jacht heeft gekocht dan jij? Vind maar eens zo’n slagschip. Of neem de angst voor kidnapping. Een beetje miljardair schakelt een extern beveiligingsbedrijf in om zijn eigen bodyguards te controleren. De stress van het geld hebben is zo groot dat de rijkaard compensatie zoekt in beleving.

Column: Fuerteventura

Als een drinkende giraffe sta ik boven de wc. De handen steunend op de bril, de achterpoten uit elkaar. ‘Het lukt niet’, piept Job en ik laat mijn voorhoofd rusten tegen de koele achterwand. Dat derde wijntje op het terras had ik niet moeten doen. Job omklemt mijn benen in een poging zijn kromme lijf in balans te houden op de toiletpot.

Column: Koffer

Een jaar lang verstopten we de groene koffer. Kwam ik terug van een werkreis, dan schoof ik ’m snel achter de deur. Had Rob er een snorkeltrip opzitten, dan haalde ik eerst de bagage binnen en dan pas de man. Job mocht de koffer niet zien. Gebeurde dat per ongeluk wel, dan hadden we een probleem.

Column: Vierdaagsedief

Gek, de achterdeur staat open. Waar is Rob? In mijn ochtendjas loop ik door het huis. Het is klam. Vierdaagse 2001. We wonen net een paar weken samen en zijn het rijtjeshuis nog aan het verbouwen. Als ik de deur van de wc open trek, snap ik het. Het smalle raampje is geforceerd, er is een inbreker geweest. Ik krijg kippenvel.

Column: Donker

Ik weet nog precies wanneer hij het voor het eerst zei. De avond van 13 november 2015. Geschrokken zat ik achter mijn laptop. Bekeek de lugubere beelden van de aanslagen in Parijs. Wereldnieuws in wording. Job zat tegenover me in zijn aangepaste stoel. Hij trok aan mijn arm. ‘Mama, wil jij het donker weghalen?’

Column: Formulier

Er zijn dagen dat ik depressief word van de gedachte dat Job nooit iets zal kunnen. Gelukkig is er dan de gemeente om me op te beuren. Of Job al kan fietsen, is dit keer de vraag die me via een formulier wordt gesteld. Vorig jaar vulde ik hier ‘nee’ in en de tien jaren dáárvoor ook, maar de gemeente blijft hoopvol. Misschien kan hij nu fietsen?