De beste oplossing zou natuurlijk zijn dat we zelf een Sint- en Pietpak kopen. Dan kunnen we elk moment inspelen op Jobs onverzadigbare behoefte aan het decemberfeest. Ons gehandicapte kind hoeft maar ‘Sinterklaas!’ te roepen en we springen in de houding.
Rob zal van ons beiden de Sint moeten zijn. Grote man, beetje streng… Job zal het geweldig vinden als de Goedheiligman compleet met rode mantel en witte handschoentjes thuis in een pan macaroni staat te roeren. Job ’s ochtends in de taxibus duwt of gewoon naast hem op een stoeltje zit te gamen. Samen de stad in op de rolstoelfiets moet ook gaaf zijn. Sinterklaas stevig in het zadel, met zijn mijter hoog boven het winkelend publiek uittorenend. Job voorop met de gouden staf in zijn hand.
De rol van tikkeltje onhandige Piet past mij goed. Job wijst toch al naar zijn moeder als ik vraag wie de cadeautjes in zijn schoen heeft gedaan. Bovendien draag ik graag maillots.
Het voordeel van een eigen decemberuitrusting in de kast hebben liggen, is dat we ons wanneer dan ook kunnen verkleden. In Jobs hoofd spelen de seizoenen geen rol. Als de mussen dood van het dak vallen, kan hij zomaar ‘Zie ginds komt de stoomboot’ beginnen te zingen. Ik stel me voor hoe Rob dan naar boven sprint en zijn baard opplakt. Sinterklaas in korte broek, waarom niet?
Dit jaar zie ik als een overgangsjaar. Thuis worden we gek van Jobs onophoudelijke gevraag naar Sinterklaas. Daarom heb ik uit wanhoop een helper benaderd. Wordt Jobs behoefte bevredigd als hij een half uur lang een eigen Sint tot zijn beschikking heeft? Op een geheime locatie bespreek ik met de huurbisschop de opties en de kosten. Hij hoort me aan en knikt geduldig. ‘Ik kan ook best eens in de zomer langskomen hoor’, zegt hij dan. Volgens mij hebben we de juiste man te pakken.