‘Ik doe wel alleen.’ Opmerkelijke boodschap van een kind dat weinig tot niets zelf kan. Dat de zin niet eens fatsoenlijk kan uitspreken. ‘Ik doe hét wel alleen is het, Job’, corrigeer ik. Dodelijke blik. Hij doet wel alleen.
Mijn zoon doet dus alles zelf tegenwoordig. Aankleden, uitkleden. Eten, drinken. Even terug naar de tweede zin van boven: Job kan vrijwel niks alleen. Laten we deze hang naar zelfstandigheid daarom een uitdaging noemen. Niet zo zeer voor hem, des te meer voor mij. Ik kan Job niet naar school sturen met een trui over zijn hoofd en de armen er nog in omdat ze de mouwen nooit gehaald hebben. Of met een complete ringbaard van de chocoladepap die hij ’s ochtends zo volwassen naar binnen werkt.
‘Zal ik je even helpen, Job?’
‘Nee hoor, mama. Ik doe wel alleen.’
Daar sta je dan in je ochtendjas. Hoe kan ik hem overtuigen? Soms door gewoon die trui naar beneden te rukken en de armen door de manchetten te prikken. Niks overleg. Niks inspraak. Opschieten. Maar het is natuurlijk chiquer om hier te melden dat we stevig onderhandelen.
‘Ik pak het doekje, Job, en dan mag jij poetsen, goed?’
‘Ja, mama. Ik ga heel hard poetsen.’ (Job wil altijd alles ‘heel hard’ doen, dat betekent dat hij het héél graag wil.)
Woest haalt hij een natte lap over zijn gezicht. Als zijn ogen door de vaatdoek bedekt zijn, pak ik snel een punt zodat hij het niet ziet en veeg de mondhoeken schoon.
‘Goed gedaan, Job.’
‘Applaus, hè mama?’
Ik klap. Overigens klapt Job ook voor mij als hij vindt dat ik hem naar zijn inzicht prettig heb geholpen. ‘Goed gedaan, mama’, voegt hij er dan aan toe. Altijd fijn om met een compliment de dag te beginnen.
Job bepaalt tegenwoordig ook zelf wanneer mijn aanwezigheid wel of niet gewenst is. Dit is deel twee van mijn uitdaging. Het is even wennen als hij ‘ga weg’ of ‘laat me los’ zegt. Zet me aan het denken. Nee, ik zou het ook niet waarderen als iemand me ongevraagd op schoot trok. Dus gooien we dat ook in de groep.
‘Wil je even bij me zitten, Job?’
‘Ja, graag.’
‘Zal ik dan voorlezen?’
‘Nee hoor, mama. Ik doe wel alleen.’
Zijn hang naar zelfstandigheid dwingt mij ook tot zelfstandigheid. Nu Job in alle opzichten groeit, moet ik me redden zonder op moeilijke momenten mijn hoofd ongevraagd in zijn zachte nekje te verbergen.
Weer een prachtige column Annemarie. Wordt het niet weer eens tijd voor een nieuwe bundel?
Leuk dat Job een drang naar zelfstandigheid heeft.
Weer prachtig verwoord! You go Job!
Herkenbaar. Mijn hoofd in haar zachte nekje…als ze slaapt. Volgens mij vindt ze dat nog wel goed.