Een man zonder rijbewijs is geen echte man, lees ik in de krant van dinsdag. Geschrokken begin ik aan het artikel, want ik leef samen met een rijbewijsloze man. Waarom de man die geen staatsdiploma heeft om een blik van A naar B te verplaatsen net zo macho is als een gecastreerde kater, vermeldt het stuk echter niet. Behalve dat zoiets op internetfora zou worden gezegd.
Columnist Anniek van den Brand doet er nog een schepje bovenop. Niet alleen daalt zo’n vent zonder papiertje meteen in haar achting, ook de brave borst die vol in de remmen gaat zodra hij de bebouwde kom binnenrijdt, verdient het predicaat echte man niet.
In mijn Dodge haal ik regelmatig mannen in die hun mannelijkheid toch echt niet moeten hebben van het feit dat ze een stuur tussen de benen hebben. Ze rijden tachtig op de snelweg (al dan niet append), peuteren in hun neus of het stuur is onzichtbaar vanwege de buik die als een mobiele airbag tussen lichaam en dashboard fungeert.
Mijn man zou sowieso niet hoog scoren op de traditionele machometer. Hij doet boodschappen (op de fiets), kookt, werkt in de kinderopvang en is getrouwd met een vrouw die meer verdient dan hij. Vooral dat laatste schijnen echte mannen slecht te trekken – kijk maar op internetfora.
Voordeel van een man zonder rijbewijs is dat hij zich niet bemoeit met de aankoop van de auto. Ik wilde een grote Amerikaan en dus kocht ik een grote Amerikaan. Het is mijn auto, waar ik elk moment van de dag in kan stappen. Mijn man zet hooguit een koud drankje in de blikjeshouder, want zorgzaam is hij ook nog.
‘Geen auto voor een dame’, sprak een hondenuitlater afkeurend toen ik mijn nieuwe aanwinst voor het eerst in de stad parkeerde. Hij klonk als een man met een rijbewijs.