Als Job (15) op donderdagochtend de klas binnenkomt, vraagt hij al of hij naar Engelse les mag. Het is zijn favoriet. Hij volgt een uur per week les in een andere groep. “Hij rijdt er zelf heen in zijn rolstoel en klopt dan op de deur”, zegt de juf.
Ik ben stomverbaasd. Job is dodelijk verlegen. Doet hij dat echt?
“Ja, echt.”
Al toen hij heel klein was, vond Job het interessant films in het Engels te kijken. De logopedist fronste destijds haar wenkbrauwen. Was dat nu wel een goed idee? Hij was al zo slecht verstaanbaar. Als hij twee talen door elkaar ging praten, zou helemaal niemand hem meer kunnen volgen.
Daar had ze een punt. Maar Job was niet te stoppen. YouTube was in het Engels, liedjes op de radio werden gezongen in het Engels. Job spitste zijn oren en zei zinnetjes na. En als hij thuis vroeg om een film in het Engels op te zetten, konden we zijn enthousiasme niet weerstaan.
Het vak Engels is geen onderdeel van het curriculum in zijn klas. We moesten een klein beetje bemiddelen voor Jobs uitstapjes naar de andere groep. Het was best lastig de juf te overtuigen van Jobs ‘talent’ omdat hij op school vooral zweeg - hij was toen nog nieuw.
Nu komen er wekelijks ingevulde opdrachten mee naar huis. Op de laatste stonden een krul en een smiley met de opmerking: ‘Job wijst alles goed aan!’ De plaatjes die hij moest aanwijzen lieten onder meer ‘floor’, ‘chair’, ‘counting’ en ‘piece of paper’ zien.
Ik loop over van trots. Job leest en schrijft niet, maar spreekt wel twee talen. Heel fijn dat de speciale school ons kind de kans gaf te laten zien dat hij meer kon dan zwijgen. It makes him feel so good!