Stel, je wilt een advertentie plaatsen omdat je een etage te huur hebt. Dat kan heel simpel via Facebook. Maar stel dat je die etage nou eens liever niet verhuurt aan iemand met een handicap. Want je wilt de buren het aanzicht van zo’n rolstoeler besparen. Of je bent bang voor gedoe. De potentieel geïnteresseerde gehandicapte afwijzen zou zielig zijn – hij heeft het al zo moeilijk.
Je kunt natuurlijk niet expliciet in je advertentie zetten dat je geen mankepoten wilt. Dat is discriminatie. ‘Geen zwarten’, mag ook niet. Ze klagen je meteen aan. Hoe heerlijk zou het zijn als iedereen die afwijkt van het ideaalplaatje, jouw advertentie gewoon nooit onder ogen krijgt? Scheelt een boel ongemak.
Lang leve Facebook! Daar blijk je als een koning behandeld te worden als je een woningadvertentie wilt plaatsen die voor bepaalde groepen verborgen blijft. Het Amerikaanse collectief van onderzoeksjournalisten ProPublica liet zien hoe dat werkte: de journalisten kochten advertenties om onze etage te verhuren, maar gaven aan dat mensen met ‘interesse voor rolstoelfaciliteiten’ dat niet hoefden te weten. En omdat ze toch bezig waren, sloten ze ook Afrikaanse Amerikanen, Aziatische Amerikanen, latino’s en joden uit. Kwestie van wat vinkjes zetten en de algoritmes doen de rest.
Binnen drie minuten waren de advertenties door Facebook meestal goedgekeurd. Alleen bij het uitsluiten van mensen met ‘interesse voor de Islam’ duurde het ietsje langer.
Het artikel – ik vond het schokkend – deed behoorlijk wat stof opwaaien in de Verenigde Staten. Temeer daar ProPublica het fenomeen al eerder aan de kaak had gesteld. Het publiceren van advertenties waarbij je expliciet huurders uitsluit op basis van afkomst, huidskleur, religie, sekse of handicap is nou eenmaal verboden. Daar zijn goede redenen voor, zou je zeggen. Facebook beloofde het dan ook op te lossen. Niet dus.
Ik voelde me ongemakkelijk in de global village van Mark Zuckerberg.