Valentin, een zwaar autistische tiener, slaat keihard met zijn hoofd tegen een muur. Hij draagt een helm om letsel te voorkomen. Als hij zo’n bui heeft, wil je het liefst wegkijken. Maar iedereen in de bioscoopzaal volgt de scène. Onder die helm zit ook een kwetsbaar knulletje dat voorzichtig probeert een paard te aaien en te dansen. Valentin moet zich alleen wel veilig voelen.
Hors Normes heet wel een feelgood film te zijn. Ik kreeg er een goed gevoel bij, dat zeker. Maar evengoed bevatte deze Franse kaskraker van de makers van Intouchables een schurende boodschap: kijk, mensen, dit zijn ze, de gehandicapten die jullie liever niet zien. Dit zijn de jongens en meisjes die in instellingen worden geweerd omdat ze te complex zijn. Je moet wel heel veel barmhartigheid in je donder hebben om deze – vaak agressieve – tieners te omarmen.
In de film wordt die barmhartigheid belichaamd door een jood en een moslim. Zij bieden met hun kleinschalige organisaties de ‘moeilijke gevallen’ een thuis in Parijs. Tegelijk worstelen ze met ‘het systeem’. Inspecteurs stellen hun intuïtieve maar succesvolle werkwijze ter discussie omdat die niet alle regeltjes volgt. De feelgood zit ’m in de toegewijde anarchie van de welzijnswerkers, hun onbegrensde naastenliefde en humoristische inventiviteit.
In Frankrijk leidde Hors Normes, die sinds eind oktober al twee miljoen bezoekers trok, tot discussie. Werden alle autisten niet over een kam geschoren en als onhandelbare monsters weggezet? Dit was niet goed voor hun ‘image’. Maar juist het feit dat de gehandicapten op het witte doek nu eens niet als inschikkelijke knuffels werden geportretteerd, vond ik een verademing. Een deel van de cast heeft in werkelijkheid ook autisme, daarbij is de film gebaseerd op een waargebeurd verhaal.
Mijn tip voor 2020 is: ga die film zien. Daar wordt u zeker niet slechter van.