We zagen te veel dokters. Daarom was 2011 een slecht jaar. Zeg ik.
Job ziet dat anders. Voor hem was het feest. Want ziekenhuizen en gezondheidscentra zijn leuk.
‘Naar de dokter. Joehoe!’ Job roept het echt. Hij steekt er zijn armen bij in de lucht.
Hij zegt het ook als we helemaal niet naar een witte jas gaan.
Op weg naar opa en oma: ‘Naar de dokter, ja!’
In de auto naar school: ‘Dokter toe?’
Terugkomend uit het ziekenhuis: ‘En nu naar de dokter!’
Ongelooflijk. Het kind dat al bijna acht jaar gehinderd wordt door ziekenhuisbezoeken, werd dit jaar verliefd op dokters. Huisarts, orthopeed, kinderarts; Job vond ze allemaal lief.
Het begon in de zomer met een bloedtransfusie. Job was al lang niet geprikt en ik hield mijn hart vast. Als peuter schreeuwde hij moord en brand bij het zien van een naald. Logisch, vond ik: trauma. Ik vroeg de verpleegster of ze voorzichtig wilde zijn met mijn jongen en keek toe hoe ze de venijnige punt in zijn stakerige arm priemde. Ik hield mijn wang dicht tegen de zijne en zong steeds harder zodat hij de ronde vrouw met haar wapen zou vergeten. Met een ruk draaide hij zijn hoofd richting afgeknelde arm en keek gebiologeerd naar de naald en het bloed dat gretig in het buisje stroomde. Hij huilde allerminst. ‘Welke kleur is dat?’, vroeg ik om mee te gaan in zijn interesse.
‘Rood’, zei hij. En samen keken we naar de vreemde vloeistof die uit zijn lijfje kwam. Job ziet nooit bloed, want wie niet kan lopen valt zich geen kapotte knieën.
Na het eerste bloedonderzoek volgden er vele dit jaar. Job onderging ze met belangstelling en versierde steevast de verpleegster. Er kwamen controles, ziektes, oorontstekingen, nieuwe onderzoeken. Mijn zoon werd steeds enthousiaster. Ronduit dankbaar is hij als we met het hele gezin naar het ziekenhuis gaan. Glunderend pakt hij vanuit zijn rolstoel mijn hand vast – doet hij anders nooit – en laat zich duwen door zijn vader. In de wachtkamer liggen blokken waarmee je kunt gooien en dat is leuk. Bij de dokter mag Job liggen op een tafel en dat is nog leuker.
Twee dagen geleden nog liep ik met gebogen schouders door de lange gangen. Wéér een afspraak. Wéér een dag kapot. Er stond een kerstmuts op mijn hoofd omdat mijn zieke kind dat grappig vond. Terug in de auto vroeg Job of we soms naar de dokter gingen?
2011 was een slecht jaar. Zeg ik.
Ik kijk uit naar 2012. Voor mijn zoon begint het helaas prima: de eerste twee ziekenhuisafspraken staan gepland in januari.
4 thoughts on “Column: Leuk”
Reageren is niet (meer) mogelijk.
Gezellige feestdagen en een mooi 2012!
Ik wens jullie gezellige feestdagen en alle goeds en optimisme en kracht voor 2012.
Ook heel veel succes met je nieuwe job,hoop dat het bevalt! hartelijke groet,
Ja, Annemarie, we zullen er toch mee moeten leren leven dat onze kinderen meer in he ziekenhuis komen dan andere kinderen.
Wij mochten op de valreep van 2011 ook nog een bezoek brengen aan het ziekenhuis. En in 2012 staan er ook al weer wat bezoeken gemeld.
Maar in ieder geval fijn dat Job het leuk vind om naar het ziekenhuis te gaan, je moet er toch niet aan denken dat je iedere keer een strijd moet leveren met je kind. Ayleen laat het altijd gelaten over zich heen komen, dus dat valt gelukkig ook mee.
Ik wens jou en je verdere familie hele fijne kerstdagen en een goed, gezond en gelukkig 2012.
Groeten Anita.
Dank voor de mooie verhalen, waar steeds een zonnetje doorheen schijnt, van ’t afgelopen jaar. Veel licht, kracht en liefde in 2012.
Lieve groet,
Brenda*