Job is ontsnapt. Waar zijn klasgenoten richting speelplaats liepen, zag hij zijn kans schoon. Zonder dat iemand hem opmerkte, stiefelde hij rechtdoor toen de andere kinderen linksaf sloegen, zag hij de grote schuifdeuren voor zich open gaan en wandelde hij door de hoofdingang de wijde wereld in.
Daar stond hij. Helemaal alleen op een parkeerplaats. Op zich niet zo bijzonder: jongens van negen jaar kunnen best zonder toezicht de straat op. Maar voor Job was het een debuut. Nooit eerder trok hij zijn eigen plan zonder dat er een volwassene in de buurt was.
Hoe kon het gebeuren? Heel simpel: de juf liep met de kinderen door de school op weg naar het schoolplein. Onderweg werd ze opgehouden. Job hing achteraan de slinger en was niet in beeld. ’s Avonds belde de juf me op. Ze voelde zich zo rot, zei ze. Ze was onoplettend geweest, dit had niet mogen gebeuren.
‘Hoe kwam hij terug?’, vroeg ik.
‘Twee mensen zagen hem staan. Hij was vastgelopen in het plantsoen. Ze brachten hem naar binnen en vroegen of hij soms bij ons hoorde.’
Ik stelde het me voor. Job kan niet lopen, maar met een rollator-met-zadel beweegt hij zich steppend door de school. De wieltjes stonden buiten waarschijnlijk dwars in het zand. Of hij was tot stilstand gekomen tegen een opstaand randje. De juf vergaf ik meteen. Ja, er had iets kunnen gebeuren. Job had kunnen vallen, van de heuvel af kunnen rollen. Maar het ging goed en mijn zoon was veilig teruggebracht.
Wat me veel meer bezighoudt is: wat ging er door zijn hoofd? Stapte hij bewust het schoolgebouw uit? Had hij een plan? Job herkent plekken, als ik hem vraag welke kant ons huis op is, wijst hij soms goed. Een waarom-vraag beantwoorden is voor Job te hoog gegrepen, maar hij heeft wel van alles in zijn hoofd. Wordt hij ’s ochtends wakker, dan praat hij over de oppas, over Sesamstraat of bedenkt hij een gesprek tussen SpongeBob en Patrick. Hij heeft fantasie, dus zelf een plan verzinnen zou hij moeten kunnen.
Maar misschien vergiste hij zich simpelweg. Verloor hij de klas uit het oog en nam hij de verkeerde route naar buiten. In dat geval wil ik weten of hij een soort van angst voelde (Job is nooit bang). Zou hij op zeker moment achter die geblokkeerde wieltjes zijn gaan huilen om aandacht te trekken?
Ik zou zo graag eens in zijn hoofd kijken. Job is een mysterie. Maar vooralsnog ben ik trost op hem. Voor het eerst in negen jaar was mijn zoon eventjes helemaal op zichzelf.
Oja, daar binnen in dat hoofd, daar ben ik ook zó benieuwd naar. Universele communicatie had ik het laatst over, dat het geen moeite kost elkaar woordeloos te begrijpen, zou zo mooi zijn.. Ook voor onze kinderen. Tot dan moeten we genieten van wat ze allemaal wél kunnen en doen. Stoere Job!!