Sinds maart spookt door mijn hoofd hoe eng het zou zijn als Job werd besmet met corona – hij zou er weleens aan kunnen bezwijken. Ik zag hem al in het ziekenhuis liggen aan slangen en snoeren. Daarvoor is weinig fantasie nodig, we weten precies hoe dat is. De stilte op de gangen, de donkere ramen, de zachtaardige verpleegsters die in het holst van de nacht komen vragen of je misschien nog iets wilt drinken. En dan dat bleke kind in dat grote bed.
Hoe het zou zijn als een van de ouders werd besmet, daar had ik me nog geen voorstelling van gemaakt. Tot Rob vorige week ziek werd en zich moest laten testen. Direct sloot hij zich op in de slaapkamer. Job en ik bleven angstvallig uit zijn buurt, school en begeleidsters belden we af om een mogelijk virus niet nog verder te verspreiden.
Van de ene op de andere dag was ik Jobs enige verzorger. Verwachtingsvol keek mijn zoon me vanuit zijn rolstoel aan. Strekte zijn armen omdat hij opgetild wilde worden. Maar ja, dat ging niet. Wegens een pijnlijke schouderblessure kan ik zijn gewicht al maanden niet meer dragen. Was nooit een probleem, er kwam altijd wel iemand voorbij die hem tijdig op de wc of in bed kon hijsen.
Nu niet. Job was volkomen op mij aangewezen en ik voelde me nog gehandicapter dan hij. Als eenarmige sleepte ik hem plomp door het huis, af en toe schreeuwend van de pijn – Job was royaal met troostkusjes.
Hoe gingen we dit in vredesnaam doen als papa positief werd getest en misschien wekenlang was uitgeschakeld? Nog erger: stel dat híj degene was die aan corona zou bezwijken? Ik realiseerde me weer hoe kwetsbaar we waren als gezin.
Rob kreeg na een paar dagen een negatieve testuitslag, maar corona neem ik inmiddels nóg serieuzer.