Met mensen die op de grond liggen, gaat het meestal niet goed. Op televisie hangt de politie er dan linten omheen. Bij Job is dat anders: die ligt op de vloer voor zijn lol. Hij doet het elke dag na school en wij vinden het heel normaal. Job houdt van liggen, omdat hij dan zijn korset uit mag. Na een lange dag zitten in de rolstoel vindt hij het heerlijk als we hem ontdoen van dat knellende stuk kunststof om zijn romp. De vloer biedt een oneindige veiligheid, want je kunt er niet af vallen. Voor wat extra comfort leggen we een matras neer.
In zijn eigen domein ontvangt Job zijn gasten. Begeleidsters, ouders en grootouders; allemaal kruipen we bij Job op de mat.
Maar de vloer wordt koud in de winter. Het tocht er als de hel. We begonnen na te denken over vloerverwarming. Opa en oma hoorden ervan en mengden zich in onze afwegingen. ‘Waarom moet Job eigenlijk op de grond? Kan hij niet omhoog? Dan heb je ook geen vloerverwarming nodig.’
Daar hadden ze een punt. Maar ons kind is nu eenmaal happy op de vloer. Hij ligt er al 13 jaar. Waar moet hij dan heen? Je wilt ook geen bed in je huiskamer. Het is hier geen ziekenhuis.
De bank biedt geen oplossing, want Job heeft ruimte nodig als hij ligt. Liefst verspreidt hij zijn memorykaartjes, boekjes of ander speelgoed over een zo groot mogelijk oppervlak.
We lieten een grote, trendy slaapbank komen op proef, maar dat werd geen succes. Het ding zat niet lekker.
Opa de timmerman blijkt weer de reddende engel. Hij maakt nu een speciale Job-sofa die we bij de bank kunnen rijden zodat een royale, bovengrondse lounge-hoek ontstaat. Plek voor iedereen, inclusief Jobs speelgoedvrienden.
Scheelt zomaar een vloerverwarming.