Mijn beste vriendin zit tegenover me in het restaurant. Ze strekt haar armen terwijl ze de menukaart probeert te lezen. ‘Misschien moet ik een bril’, zegt ze en ik schiet in de lach. Tegelijkertijd ben ik ontroerd. Ik zat naast haar in de klas toen ze leerde lezen, 35 jaar later kijk ik toe mijn vriendin moeite krijgt met die ellendige letters.
Job heeft geen vrienden. Hij weet niet wat het is om geheimen te delen, de slappe lach te krijgen na één enkele blik, verliefdheden te bespreken of dom samen rond te hangen.
Nog nooit kwam er een vriendje over de vloer en het is niet voorgekomen dat Job ergens ging spelen. Vraag je hem wie zijn vriend is, dan wijst hij naar hondje Duke, zijn knuffel.
Vroeger probeerden we Job in contact brengen met andere kinderen. Tot echte interactie kwam het zelden. Op school leerde hij hoe je je gedraagt te midden van leeftijdsgenoten. Maar dat is iets anders dan vrienden hebben.
De vraag is natuurlijk of het erg is. Job is anders, beleeft dingen anders. En als je niet weet wat het begrip vriendschap inhoudt, mis je het dan?
Eenzaam is hij niet. Job heeft 24 uur per dag toezicht. We betalen meiden om voor hem te zorgen en met hem te lachen. Rob noemt zijn zoon vaak ‘vriendje’, dat vind ik lief.
Maar toch.
Mijn beste vriendin ligt in scheiding. Met haar man, niet met mij – een echte vriendschap is voor het leven. We zien elkaar elke week. Is ze op vakantie, dan kijk ik uit naar haar appje. ‘Weer thuis.’
Mijn zoon zou ik dat gevoel ook gunnen. Ik praat mezelf aan dat hij niets tekort komt, maar ik loop al een paar dagen in een wolk van somberheid. Waarom verkopen ze bij Bart Smit geen vriendjes?