De nieuwe president van Amerika wil dus fors bezuinigen op buitenlandse uitgaven, inclusief ontwikkelingshulp. Hij gaat miljarden extra steken in Defensie en die switch zal wereldwijd kinderen met een handicap raken, zo wordt gevreesd. Want veel internationale hulpprogramma’s draaien op de steun van de grote Amerikaanse organisaties.
Ik zag met eigen ogen hoe goed internationale hulp aankwam als ik voor het Liliane Fonds naar Afrika of Azië reisde om ‘dat soort kinderen’ op te zoeken. Soms was het een feest om te zien welke kansen ze kregen, soms lag ik ’s avonds jankend in bed vanwege alle ellende. De meeste kinderen gaan namelijk niet naar school. Alleen maar omdat ze geen benen hebben of hun oren niks horen of omdat lokale instanties het nut niet inzien van onderwijs. De school wil die kinderen niet, de ouders zijn niet in staat ze te brengen, aangepast onderwijs bestaat niet, de weg is te hobbelig voor een rolstoel, geld ontbreekt …. Zelf was ik in Benin: 13 procent van de gehandicapte kinderen gaat naar de basisschool, slechts 8 procent doet vervolgonderwijs.
Het Liliane Fonds legde zich er niet bij neer en bouwde daar een school voor dove kinderen. 54 leerlingen krijgen les in gebarentaal. En wat gebeurde? Het schooltje trok ook ‘gewone’ kinderen. Broertjes en zusjes die de ouders nu thuis gebarentaal kunnen leren. Zelfs horende kinderen uit de wijk kwamen, omdat er verder nauwelijks onderwijsvoorzieningen zijn. Noem het omgekeerde integratie. Kinderen die samen mogen opgroeien, en samen leren. Keihard nodig in een land waar gehandicapte kinderen al snel als ‘behekst’ worden gezien.
Die wereldwijde aandacht en steun moet doorgaan. Het Liliane Fonds komt daarom terecht in actie, onder meer met de petitie ‘Ieder kind naar school’. En Trump? Die gaat er met zijn miljardeninvesteringen in wapens op termijn voor zorgen dat er nog veel meer gehandicapten zullen komen. Bizar.