‘Ik herinner me intens verdriet en radeloosheid van een ander gezin op de afdeling’, schreef een moeder mij afgelopen weekend. Ze had mijn column van vorige week gelezen over de geboorte van Job. Háár zoon was diezelfde dag in hetzelfde ziekenhuis geboren, maar dan een uur eerder. Op 4 februari 2004 was er een deur verder een gehandicapte baby ter wereld gekomen.
Column: 10.17 uur
Als ik een klok op 10.17 uur zie staan, moet ik er altijd aan denken. 10.17 uur staat op Jobs geboortekaartje. Dat is het tijdstip waarop hij ter wereld kwam. Op 4 februari 2004, om 10.17 uur, veranderde alles. De verloskundigen in het ziekenhuis haalden een baby van een zeldzame soort en wisselden de eerste blikken uit.
Column: Gamma
‘Gek hè’, zeg ik tegen Rob. Hij knikt. Heel gek. Ik kan het niet laten even via de achteruitkijkspiegel naar de achterbank te kijken. Ook al weet ik heel zeker dat daar geen kind zit. Nope. Job verschijnt niet in beeld. We zijn zomaar weggaan. Deur dichtgetrokken en de auto gestart. Omdat we een blik verf moesten hebben.
Column: Televisie
Eén animatiefilm kan ik noemen waarin een gehandicapt kind geen gehandicapt kind is, maar gewoon een knaapje tussen zijn klasgenoten. Carl zit in een rolstoel en moet toezien hoe zijn maat Sherman, een bolleboosje, wordt gepest. Het rolstoelkind heeft verder geen rol, het zit gewoon brood te eten in de kantine.
Column: Lift (2)
‘En als hij weer blijft hangen, moet je er gewoon een keer met de vuist op slaan’, zegt de liftmonteur voordat hij ons huis verlaat. De man met imposante gereedschapskist heeft zojuist geprobeerd de storing in onze huislift te verhelpen, maar had niet het juiste onderdeel bij zich.
Column: Lift
Onze lift doet het niet. Hij gaat niet omhoog en niet omlaag. In ons huishouden is dat een probleem met een hoofdletter P. Maar alles kan altijd erger. In dit geval hebben we mazzel dat er niemand ín de huislift zit.
Job maakt gelukkig meteen iets gezelligs van het ongemak.
Column: Geloven
Na Sinterklaas is ook de Kerstman weer vertrokken. Of Job nog in ze gelooft, vroeg een collega. Moeilijke vraag. ‘Ja’ was een te simpel antwoord. Alsof niet-geloven ook een optie was. In Jobs beleving is alles waar wat hij ziet. Is dat ‘geloven’? Of betekent geloven dat je iets wílt geloven, terwijl er ook argumenten zijn om niet zo zeker te zijn van wat je ziet?
Column: Noorderlicht
Ik droomde dat ik op een boot zat. We dobberden in een fjord tussen besneeuwde bergen. De lucht was donkerblauw van de schemering. Hier, niet ver van de poolcirkel, heerste ’s winters duisternis. In de bevroren stilte hoorden we plotseling zuchten. We draaiden onze hoofden en zagen boven de kalme zee het blaasgat van een walvis.
Column: Spanwijdte
Wat de spanwijdte is, vraagt de dokter in de spreekkamer. Spanwijdte? Rob kijkt naar zijn zoon: ‘Ben je soms een vogel?’ Terwijl hij hem van de rolstoel op de behandeltafel tilt, slaat Job met zijn vleugels. Jawel, hij is een vogel. Kijk maar.
Column: 5 december (3)
Zo meisje, wat ben jij groot geworden.’ Sinterklaas staat in onze woonkamer en schudt oma (79) de hand. Haar wangen kleuren rood. Job (13) zit veilig bij Rob op de arm. Hij verstopt zijn hoofd in de nek van zijn vader. Piet zoekt intussen een plekje voor de staf. Sint en Piet kijken wat onwennig om zich heen.